LANG GELEDEN

 

Al langdurig heb ik tijdens mijn werkzaam leven in het onderwijs en daarna als management-consultant iets met creatief of artistiek.

Tijdens evaluaties van trainingen hoorde ik soms dat ik wel erg kunstzinnig bezig was en dat dit niet pastte in de sfeer van de training.

Ik besefte dat zelf niet eens in die zin, en zou ook niet meer terug kunnen halen wat dan wel precies dat kunstzinnige was, welke vorm het had.

Ik wilde wel al lang iets in die sfeer doen. Ik kwam in de dagelijkse praktijk niet verder dan mijn tuin anders aanleggen dan gebruikelijk in de omgeving.

Heuveltjes of paadjes van oude stenen, die later op veel meer plekken te zien waren.

Mijn vader tekende in zijn vrije tijd, toen hij nog in de 20 à 30 jaar was.

Daar heeft hij verder niets mee gedaan.

 

Ik heb twee zussen die bij de Porceleijne Fles ‘Delfts Blauw’ schilderde, maar ja wat is en zegt dat precies.

Een zus schildert nog steeds en verkoopt ook af en toe werk. Ze schildert met name beesten, uit de vrije hand, en portretten nauwkeurig.

Trouwens wie doet tegenwoordig, als je officieel niet meer werkt, niet iets kunstzinnigs?

Het is een soort landelijk tijdverdrijf aan het worden en het is weinig onderscheidend.

Het is overigens wel een teken des tijds.

In mijn oog ontstaat er een steeds grotere behoefte om ons ‘persoonlijk’ uit te drukken.

Waar kan dat nog?

HET BEGIN

 

Vanaf het moment dat ik stopte met mijn reguliere werk ben ik nat in nat gaan schilderen. Vanaf najaar 2002 is dat het geval.

Ik deed dat één dag per 14 dagen bij Mieke Fielmich in Welsum langs de IJssel.

Ik vond het prettig en voelde mij er meer en meer bij thuis.

Plotseling in mei 2008 is zij met haar vriend verhuisd naar Zweden. Ze vonden het te druk en te horkerig in Nederland .

Ik zat met mijn handen in het haar want ik wilde wel verder met schilderen.

Via Marjoleine Maessen, die ook bij Mieke schilderde, ben ik bij ‘t Pad terecht gekomen.

In september 2008 ben ik aan het KIB-jaar (Kunst in Beeld) begonnen.

Het is een vier-jarige opleiding en ik volg de route voor ‘Holistisch Beeldend Kunstenaar’.

DE OPLEIDING

Vanaf het begin had ik voor ogen deze opleiding in zijn geheel te doen, waarom, hoezo, dat weet ik niet.

De opleiding doet een beroep op je om je te verdiepen in je kern, wie je bent, en van daaruit te schilderen. Dat betekent dat je veel zelf uitzoekt. Dat heb ik ook nodig. Het is een soort levenlangdurend dilemma, wat helpt mij van anderen, wat moet ik zelf oplossen.

Mijn route lijkt te zijn dat ik veel zelf moet oplossen.

DE VERANDERINGEN

 

In 2011, ook eerder al wel trouwens, ben ik tijdens het 3e jaar meer gaan experimenteren. Het is niet alleen meer nat in nat, ook acryl, ook olieverf, niet alleen maar sfeer, ook vormen, soms erg recht toe recht aan, zelfs scheuren en plakken, wat nooit mijn favoriete bezigheid zal worden. Of van ‘donker’ meer naar ‘licht’. Soms van ‘vlak’ naar ‘krachtig’, nog wel met veel drukte er om heen.

Als ik lees in het stuk over ‘Kunstzinnig Werk Analyseren’, wat aan ‘Goddelijke eigenschappen’ bij elk van de 7 beeldelementen – lijn, kleur, vorm, enz. - hoort, of welk thema  en ook nog hoe dat er universeel en persoonlijk uitziet, dan besef ik, dat ik de opleiding nog wel minimaal 4x dien te volgen om daar nog slechts een gedeelte van te realiseren!

Het zij zo.

Intussen is schilderen een levensbehoefte geworden.   

EXPOSEREN

 

Aanvankelijk liet ik mijn werk niet aan anderen zien. Dat is veranderd.

Ik had het idee, dat het niet veel kon betekenen.

Daar ben ik vanaf. Of het iets voor iemand betekent hoor ik graag, maar laat ik intussen aan de kijker over.

Nu vind ik het prettig als anderen mijn werk willen zien.

Ik neig naar abstract tot landschapachtig schilderen, zonder dat daar de opzet tijdens het schilderen in ligt.

Ik zie en hoor dat kijkers langer moeten kijken om te zien wat er te zien is. Het lijkt soms wat verborgen te zijn.

Ik herken dat en het is voor mij meer en meer een soort gegeven aan het worden.

Ik hoef dat niet te veranderen.

Het lijkt alsof ik schilder vanuit wat ik bewust of onbewust heb waargenomen.

Ik leg mij niet toe op ‘naschilderen’. In mijn leven is nadoen nooit een favoriete bezigheid geworden.

NU

Momenteel, 2014, schilder ik regelmatig thuis op mijn atelier, eens per week een dag. Daarnaast werk ik met een collega kunstenaar eens per maand een dag afwisselend bij haar of bij mij. Eens per 14 dagen doe ik een dagdeel mee met een groep van 7 personen in Halle bij Sigrid Verbruggen. Tenslotte heb ik mij opgegeven om mee te doen in een groep van 10 personen bij John Ligtenberg in Lochem.

Ik ben er dus druk mee. Het boeit me meer en meer.

Het inspireert mij om met anderen te schilderen en er ook van gedachten over te wisselen.

Afgelopen jaar heb ik een installatie ontwikkeld die in Okkenbroek bij Deventer te zien is geweest.

De Apenrots: op een 2.50 meter hoge paal een dwars blok met daarop 7 bezemstelen daarin 7 voorvorken, daarop 7 houtblokken. Kortom een 4 a 5 meterhoge installatie.

Op dit moment ben ik bezig een ladder van 6 meter met verschillende attributen op ons perceel op te stellen.  

Kunst houdt mij bezig.

BOUKE VELTMAN                                                                                             Juni 2012